Schelle, Oldeneel, Harculo: ooit bosrijk

Links boven de spoorbrug liggen Schelle, Oldeneel en Harculo. Vroeger was er veel meer bos.

In de vroege Middeleeuwen zag de IJsselzone bij Zwolle er heel anders uit dan nu het geval is. Het was een langgerekte zandrug, waarschijnlijk ontstaan door opstuwing van de grond door een enorme Scandinavische gletsjer. Die zandrug kun je hier en daar nog zien omdat er kleine hoogteverschillen zijn. Maar vroeger, in voor-christelijke tijden, was het terrein wel zo’n 1 à 2,5 meter hoger dan nu en veel geaccidenteerder, het was bijna heuvelachtig. Door erosie en vooral door afgraving is dat zo goed als verdwenen.

Namen van buurtschappen
Als je het grote boek van Jan ten Hove ‘Geschiedenis van Zwolle’ leest dan zie je dat de uitgang –lo in een plaatsnaam licht loofbos betekent. Maar ook –le betekent dat, het is een verbastering. We kunnen er van uitgaan dat Oldeneel vroeger Oldeneele heette. Je ziet dan dat de drie buurtschappen in loofbos zijn ontstaan. Wie had dat gedacht? Als klein kind leerde ik dat Schelle komt van scheef, schele. Zou het niet aannemelijk zijn dat die bossen op schuine hellingen lagen?

Groei van de stad
Hoe komt het dat het bos, op een paar kleine stukjes na, is verdwenen? Ik vrees dat de groei van de stad de reden is: er was behoefte aan hout voor huizenbouw en aan steeds meer voedsel. Bos kon niet voorzien in de behoefte aan voedsel, dus werd het ingeruild voor akkerbouw en weiden. Het hout werd door al die stedelingen ook gebruikt als brandhout. Logisch allemaal, de mensen in Zwolle hadden het in die tijd hard nodig. Je haalde de materialen nog niet ver weg, niet uit andere regio’s, laat staan uit het buitenland. Men haalde de spullen gewoon uit het omringende gebied.

Heraanplant
En zo is bos nu bijzonder schaars geworden en worden we ons steeds meer bewust dat we het nodig hebben om te herademen: bijkomen van alle hectiek en goed voor het klimaat. Ik hoop dat er ook in onze IJsselzone ooit weer heraanplant komt. Ooit… maar liever nu!

Mooi boek!

De Moederborst Spaarpot voor voorspoed en geluk

Bij archeologische opgravingen in steden als Zwolle, Alkmaar, Dordrecht zijn spaarpotten gevonden die de vorm hebben van een moederborst. In de Middeleeuwen werd er in natura betaald, maar ook al met muntgeld. En ja, waar laat je dat geld? Vaak in een oude sok (ja, echt waar), maar een spaarpot had als voordeel dat je er niet zo makkelijk bij kon. Het was eigenlijk een soort kluisje. De moederborst was in die tijd symbool voor overvloed en welvaart, leven geven, toekomst en vruchtbaarheid. Hoe mooi….

Later, zo ongeveer eind 16e eeuw, kwamen het spaarvarken en ook wel de spaarhaan in de mode. De moederborst was voor pottenbakkers veel makkelijker om te maken, het had een eenvoudiger, natuurlijker vorm. Maar ook het varken en de haan stonden symbool voor overvloed. Elke boer, klein of groot, had als het maar enigszins kon een varken, wat kippen en een haan om vet te mesten. Zo zie je maar hoe materiële welvaart gewensdroomd werd aan natuurlijke welvaart-symbolen. Ik vind het een mooi voorbeeld van het samengaan van materiële en immateriële voorspoed.

De mispel, verbonden met Venus

Bij ons op Schellerberg staat een uit de kluiten gewassen mispelboom. Ik heb nog nooit wat met de vruchten gedaan, terwijl de boom vaak hele rijke jaren heeft. Van een stuk of 40 mispels heb ik daarom nu gelei gemaakt. Voor bij vlees, stoofpotten of kaas. Maar ook zoet schijn je het te kunnen gebruiken.

Omdat de mispelbloem nogal eens in stadswapens op de Veluwe voorkomt ben ik me verder in de mispel gaan verdiepen. Er is een oude sage over een draak op de Veluwe die een mispelboom als uitvalsbasis voor zijn akelige strooptochten heeft. Uiteindelijk wordt de draak gelukkig verslagen. De sage verwijst naar hertogelijke heldendom en moed. Maar ook naar iets dat het waard is om voor te vechten, iets dat het waard is om te behouden.

Dat de mispel is overgenomen in veel andere wapens op de Veluwe kan erop wijzen dat de vroegere hertog van Gelre uit de Gelderse gemeenschap zelf voortgekomen is. Acceptatie door de bevolking.

Wat is de mispel voor boom? Het gezegde ‘Zo rot als een mispel’ is niet echt een aanbeveling om de mispel te omarmen. Ook de bruinige kleur en het seizoen dat de vrucht rijp is helpen niet mee. Als je hem zo van de boom – beurs – eet (uitzuigt) dan smaakt hij een beetje naar een overrijpe peer. Als je er, terwijl je de pot thuis kookt, suiker en citroen aan toevoegt wordt het een lekkernij.

Mispelgat
In het Frans wordt de mispel wel ‘het gat van de hond’ genoemd. Zaltbommel in carnavalstijd heet Mispelgat. Dit wijst allemaal naar iemands achterste. Klopt, want de vrucht lijkt er op.

Hoe kun je dat nou interpreteren? De mispel zit boordevol Vitamine C. Zou hier het reinigen mee bedoeld zijn? Ziektes, virussen uitbannen? Bloedzuiverend?

Ik heb deze week met een rijpe mispel in mijn handen gemediteert. Zodra ik wat in mezelf was gekeerd ging ik naar beneden, naar de aarde en naar het gras onder de boom. Ook was er een stukje kale grond. Toen werd dat kale stukje een lekker holletje in de grond. Winterslaap. Ik voelde me beschut en veilig daar. En heel zacht, alsof Moeder Aarde me bij zich riep en me bescherming bood. Ook alsof ik binnen in de stevige mispelschil zat om daar zachtheid te vinden. Of andersom, ben ik de moeder die bescherming aan iets of iemand geeft? Dat zou ook kunnen. Afwachten maar hoe zich dit zal ontvouwen.

Venus en vruchtbaarheid
Bij de boerderij van het vroegere gezin van vriendin Fennie stond een mispel. De kinderen mochten de mispels niet van de boom plukken, moeder was daar heel streng in. De vruchten moesten vanzelf op de grond vallen, dus helemaal voldragen zijn. Fennie weet vaag nog dat haar moeder vertelde dat de vijf harde pitten te maken hebben met vruchtbaarheid. Wat mooi!

Ik begrijp nu het kinderrijmpje beter:

‘Vijf harten, vijf starten, met een prik in ’t gat,
Ra ra, wat is dat?’

Starten zijn staarten. Ik denk dat het op fysiek vlak een sterk reinigende vrucht is (de koeienstaarten) en ik weet nu dat het op gevoelsniveau een hele mooie Venus hartkwaliteit heeft.  De liefde…

Wil je reageren? Dat zou ik leuk vinden. Misschien zijn er nog wel meer wetenswaardigheden over de mispel.

Doornroosje

Ik heb gisteren een intuïtieve tekening gemaakt van Doornroosje. Het is een draak van een tekening qua tekentalent geworden, maar een juweel qua intuïtie vind ik wel. Als je het leuk vind hoe dat werkt? Lees verder….

Analyse
Links, aan de kant van het verleden, zie je symbolisch de 12 feeën. 12 gouden bordjes ieder met hun roze hartenwens voor het babyprinsesje. 

De boze 13e fee uit haar wens met een rune-achtig nazi symbool. Ik wilde dit feeën tafereel mooi tekenen, want wanneer krijg je nou 12 feeën aan je wiegje? Maar het resultaat is een stijf en dwingend geheel geworden. De koning en de koningin heb ik wel zacht en lief kunnen tekenen.

Spinnewiel wordt zonnerad
Het bruine spinnewiel met de 6 spaken (en de druppels bloed op de grond) heb ik getekend voordat ik aan het kasteel begon. Toen het kasteel er eenmaal was kreeg het pijnlijke spinnewiel zomaar ineens de functie van zonnerad! Blijkbaar krijg ik eerst de pijn, maar komt daarna toch de zon.

Je ziet aan de kasteeldeur dat die nog niet de grond raakt. Hij is nog verborgen achter de rozenhaag. Je kunt het ook zien aan de slapende / voor dood liggende Doornroosje. In haar figuur kun je een lemniscaat ontdekken die nog niet helemaal volledig is.

De man in het verhaal
Ik heb haar een turkooizen ketting gegeven, of is het meer de stethoscoop van een dokter? De prins is helemaal turkoois. Zou dat een mannelijke partner worden? Een liefdespartner? Of is het mijn eigen mannelijke kant – iets gaan neerzetten? Ik heb de slapende prinses een beetje bloed aan haar vinger gegeven, ze heeft zich immers geprikt. Maar nu zie ik dat ze een rode roos in haar hand heeft, ter hoogte van de intimiteitszone. Ontmaagding is ook nog een woord dat bij me opkomt.

Waar wil je het liefste zijn?
Als je me de vraag stelt waar ik het liefste zou willen zijn in de tekening dan word ik sterk naar een punt getrokken. En dat is vlakbij de deur van het kasteel. Daar tegen die muur is het lekker warm en schijnt de zon en is het liefelijk en koesterend.

Ik heb nu zo ongeveer de helft van de tekening geanalyseerd en zou nog wel een tijdje kunnen doorgaan. Als jij nog wat opmerkt dan ben ik er wel benieuwd naar…..

Snap je dat ik niet genoeg van intuïtief tekenen krijg? Het geeft me zoveel inzicht in mijn levensweg.

Een tekening die uiteindelijk toch straalt

Als je met een wit waskrijtje op een wit papier tekent zie je niets. Als experiment ben ik dat gaan doen en ik vond er inderdaad niet veel aan. Met de zwierezwaaiende krullen en lijnen die ik plichtmatig tekende hield ik al gauw op. Omdat ik niet zag wat ik tekende, ik had geen houvast.

Fase 2 was een kleur ecoline uitzoeken en het hele vel ermee vol schilderen. De gele kleur bracht de witte lijnen aan het licht. Daarna sommige stukken accentueren door met andere kleuren te gaan inkleuren. Toen ik klaar was vond ik  het resultaat nog steeds zozo.

Een feestje
Maar toen begon het feestje! Ik was even wat anders gaan doen en daarna opnieuw naar de tekening kijkend zag ik ineens wat een zachtheid er was. Wat een mooie lamp staat daar en wat vriendelijk schijnt ze naar de vlieger die daar gevloerd op de grond ligt. De vlieger heeft wel heel dunne beentjes, geen wonder dat ze niet kan vliegen. De lamp lijkt op de lamp in mijn huiskamer. Gaat het hier over inrichting, niet zozeer van mijn huis, maar wel van mijn leven? Ook moest ik denken aan het sprookje van Sneeuwwitje: ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het mooiste van het land?’ De lamp / zon / bloem staat aan de kant van het verleden en kijkt naar het heden. Toch lijkt het ook een beetje of de lamp naar het verleden kijkt (het verleden is altijd links). En ook, als ik door m’n oogharen kijk lijkt het wel of de vlieger toch van de grond komt en gaat zweven.

De lamp doet me ook denken aan een foto op de voorkant van een boek over verdwijnende inheemse stammen Before they pass. Nog niet alles wat de tekening doet vermoeden is tot uitdrukking gekomen.

Toekomst kijken
Wat ik zo leuk vind om te vertellen is dat ik deze tekening in december 2018 heb gemaakt. Nu, bijna een jaar later, vraagt Marjoleine Dijk van www.helendeplanten.nl me of ik met haar wil meewerken aan een nieuwe workshop van 5 dagen. Zij doet daarin dan het plantengedeelte en ik vul aan met een sprookje met bijbehorende intuïtieve tekenopdracht. Zat dat al in deze tekening verstopt of niet? ‘Spiegeltje, spiegeltje ….’

Er was ook nog iets wat niet zo leuk was: een week nadat ik de tekening had gemaakt ben ik thuis flauw gevallen. De vlieger die dunnetjes op de vloer ligt. De vriendelijke, vrouwelijke huisarts die door een lamp naar al dat bloed op m’n arme hoofd kijkt. Veel bloed voor zo’n klein sneetje zeg. Het is geplakt en verder niets aan de hand, behalve de schrik. Ook dit ongelukje was al in de tekening te zien.

Middeleeuwse waterkan bewaakt zichzelf

Opnamedatum: 2016-11-29

In Tussen Kunst en Kitsch kwam afgelopen week iets voorbij waar ik nog nooit bij stilgestaan had. Iemand had een bronzen waterkan uit de vroege Middeleeuwen bij zich. Het was door zijn bouwvakkende vader uit de grond gedolven tijdens een nieuwbouwproject. De K&K expert was opgetogen en vertelde dat zo’n kan ook in de 14e eeuw al een kostbaar bezit voor de eigenaar was. Daarom is de kan uitgerust met zgn. klauwpoten, een soort leeuwenpoten. En heeft de tuit de vorm van een drakenkop.

Wat ik zo intrigerend vind, is dat hier duidelijk sprake is van energetische bescherming en gaat het niet in de eerste plaats om decoratie. Dieven worden op afstand gehouden met nep-leeuwenpoten en een enge draken- of hondenkop. Ik wist niet dat dit ook bij gebruiksvoorwerpen werd toegepast. Van vuurspuwers op kerken en kastelen had ik natuurlijk al wel gehoord, maar dit is voor mij nieuw. Ook wist ik eigenlijk niet dat zelfs rond 1300 nog met deze energieën werd gewerkt. Ik dacht dat dat alleen gebeurde zo in de tijd voor onze jaartelling. Naïef van me, want ook in deze tijd (en in de toekomst) wordt hiermee gewerkt. Alleen is dat niet meer zo bekend en gebeurt het meer onderhuids, energetisch zeg maar.

Nog even over de bescherming van kostbare gebruiksvoorwerpen: zou dat de reden zijn dat antieke meubels vaak van die rare leeuwenpoten hebben? Nooit over nagedacht, maar het kan maar zo! Dan zou het in de loop van de eeuwen geëvolueerd zijn van energetisch nut naar versiering naar afschaffing, we doen nu Ikea.

Heling van de gestorvenen

Een gedenkteken

Vorige week was ik op Schellerberg. Onverwachts dook daar een klein natuurwezentje van het mannelijk geslacht op. Ik had het erg naar m’n zin, het was mooi weer, herfstig en stil. Het wezentje zei me iets wat ik daarom totaal niet kon rijmen: ‘Ik voel me niet thuis in dit gebied. Ben verloren.’ En hij sprong weg, net als een eekhoorntje.

In het leger van Napoleon
O. Ik snap het niet, begrijp het niet. Maar het was wel duidelijke taal. Inmiddels heb ik er enkele betekenissen aan kunnen geven. Maar nog ben ik niet bij de kern gekomen, dat voel ik wel. Totdat ik afgelopen nacht meer informatie kreeg: ‘Het Franse leger. Weggelopen. Gevangen.’ En een beeld van een man die instort. Vervolgens de woorden ‘Groot Gedenkteken’.

Allerzielen. Hoe iets dat 200 jaar geleden plaatsvond nog steeds traumatisch kan zijn.

Nu begrijp ik dat er heling plaatsvond. Het gaat om een ver familielid van mij uit de Napoleontische tijd. Veel Zwolse jongens moesten toen verplicht in dienst in het leger van Napoleon. Zij trokken te voet!!! naar de rivier de Beresina in Rusland om daar de Russen te verslaan. Het is een verschrikkelijke slag geweest in een Russische winter, waarbij heel veel soldaten omgekomen zijn. Zo ook mijn verre achterneef. Wij weten in de familie dat dit gebeurd is en het is tot ver in de 20e eeuw een trauma gebleven. ‘Ga nooit in het leger, doe dat niet, blijf daar weg!’

Onverwerkt zielenstuk
Dit is een onverwerkt zielenstuk van mijn neef en van de familielijn. We weten niet wat hem daar precies is overkomen, hoe dat gegaan is. Zijn ouders hebben geen afscheid kunnen nemen, het is niet goed afgerond. Hij was jong, alleen en ellendig. Nu is het Allerheiligen en Allerzielen en wordt er iets duidelijk. Beter nog, nu is hierover verbinding en liefde naar de andere wereld. Koestering van hem en van zijn, mijn familie. Saamhorigheid.
Daarom ook is mijn plaats hier in Zwolle, bij mijn oerzwolse familie.      

We houden van je

Vrouwe van de stad

Zo zou je de Onze Lieve Vrouwe Basiliek, de Peperbus, wel kunnen noemen. Als maagdelijke moedergodin spreidt Maria haar vleugels over Zwolle uit. Ik liep gisteren de kerk in en direct viel me de ruimtelijkheid van het koor op. Er was ruimte, vrijheid en openheid, ballast viel van mijn schouders. Ik voelde me rijk, er was verdieping en vreugde. Opvallend genoeg was de Noordzee er ook, misschien omdat Maria beschermster van de zeevarenden is? Ze staat op de maansikkel, maar je kunt het maantje ook zien als de dwarsdoorsnede van een schip. Zie je wat een grote Godin ze is?

Heet ze alleen Maria of ook Demeter en Isis? ‘Vruchtbaarheid.’ Er lijkt in deze kerk wel zeker een verband te zijn met vruchtbaarheidsrituelen. Maar hoe en wat precies is me niet duidelijk. De Zon is er ook, want waarom spreekt ze anders mijn naam zo langzaam uit? Ra is de Egyptische zonnegod. Het heeft een reden.

De Godin vertelt: ‘Ik ben van alle tijden, The-ra.’

Als de basiliek de Vrouwe van de stad is, dan is de Grote of St. Michaelskerk de mannelijke pendant. In die kerk huisde vroeger het machtscentrum van de stad. Daar hadden de regenten hun eigen bank. Kerk en staat waren nog niet zo strikt gescheiden als nu. De basiliek van nu is in 1399 als kleine Maria-kapel begonnen aan haar christelijk bestaan. Of er daarvoor al een heiligdom was weet ik nog niet zeker, maar de zoektocht gaat door, want ik heb al wel aanwijzingen gekregen.

Op onderstaande tekening van Gerard ter Borch (1630) zie je helemaal links de toren van de Peperbus en iets rechts daarvan de hoge spits van de Michaelskerk. Zó dicht bij elkaar….. ja, dat gaat natuurlijk niet.

Hoewel ik het buiten de kerk, op de Ossenmarkt, bij mijn vorige bezoek niet direct een fijne sfeer vond, is dit wel het geval binnen in de kerk. Vrouwelijk, kleurig, hoog, warm… zo zou ik de sfeer wel willen omschrijven.

Wil je reageren op dit blog? Dat zou leuk zijn! Je kunt het doen via de Contactpagina.

Wil je meer lezen over dit onderwerp? Lees dan Ossenmarkt en Peperbus

Ossenmarkt en Peperbus

Dieren bepalen de plaats

Heb je wel eens gehoord van het fenomeen dat in oude Keltische tijden dieren voor de mens bepaalden waar zich te vestigen? Zo zijn er legendes dat ossen de plaats bepaalden waar een christelijk heiligdom moest komen. Als twee ossen ergens gingen liggen dan was dat het teken om er een kapel of kerkje te stichten. Blijkbaar is dat zo gebeurd in Nijland bij Bolsward (zie foto van de 2 stenen), Dronrijp (zie afbeelding gemeentewapen), Edam, Opitter, Heist-op-den-Berg, Hoorn op Terschelling en in Wijtwerd.

Project

De Peperbus

Mmmm…. Hoe zit dat dan met onze eigen Peperbus, de Zwolse Onze Lieve Vrouwe Basiliek op de Ossenmarkt?
Ik geloof dat ik hier een 1-vrouws onderzoeksproject van ga maken: tijdens de komende wintermaanden er zo nu en dan heen gaan om te kijken of ik onderliggende energieën kan waarnemen.

23 oktober 2019

Vandaag ben ik voor de 1e keer voor m’n project naar de Ossenmarkt gegaan. Om te ervaren wat ik er zou voelen. Nou niet veel! Ik ervoer een soort armoedige sfeer die er voor mij altijd al hangt. Wat vreemde types liepen er rond, niet allemaal prettig. Een tattoo-shop, een sekswinkel, een wat verloren bruidsmodewinkel, de achterkant van andere winkels. Lallende studenten in een café verderop. De zon scheen wel. Ik stond aan de zuidkant, dus aan de kant van de Hof van Zwolle. Ik vond het allemaal wat vreemd en kalig. Een hele grote kerk voor een te klein plein.

Wegfietsend viel mijn oog op de vroegere apotheek in de Luttekestraat met een gevelsteen met 2 dieren, het stadswapen en 2 zilveren sterren in blauw. Eromheen een bakstenen bijenkorf / dobbelsteen-mozaïek. De dieren zouden runderen kunnen zijn. Een verbinding met de Mastenbroeker polder, waar ossen werden gehouden?

Luttekestraat 12

Oerkracht

’s Avonds werk ik dit stukje uit en komen er twee woorden in me op: ‘oerkracht’ en ‘de elite’. Oerkracht slaat sowieso op ossen, oerossen kun je ook zeggen. Maar het kan ook betrekking hebben op de kracht van de katholieke kerk om zich weer te herstellen. Na de Reformatie (1580) heeft de kerk ruim 200 jaar in deplorabele staat verkeerd. Pas in 1811 kwam er eerherstel, de kerk werd teruggegeven aan de katholieke bevolking en werd toen pas weer in gebruik genomen.

Elite

De Onze Lieve Vrouwe basiliek is tijdens het Christendom ontstaan als zelfstandige Maria kapel behorende bij de St. Michaelsparochie. Ze is met hulp van vooraanstaande Zwolse families gesticht en is ook sinds de 19e eeuw een kerk geweest voor vnl. de elite. Maarrrrr….. je kunt het woord elite ook anders bekijken: je kunt er ook de geestelijke elite mee bedoelen. Degenen die een bewust leven nastreven, die zich spiritueel ontwikkelen. Degenen die bij zichzelf te rade gaan en het beste proberen te doen, te denken en te voelen. Je begrijpt wel dat ik voor deze laatste betekenis wil gaan.

Wil je reageren op dit blog? Dat zou leuk zijn! Je kunt het doen via de Contactpagina.

Wil je meer lezen over dit onderwerp? Lees dan Vrouwe van de stad.

Vorige levens laten patroon zien

Geloof je in vorige levens? Dan kan het volgende interessant zijn. Het blijkt dat ik al twee eerdere incarnaties op Schellerberg (in Zwolle) heb gehad. De eerste keer omstreeks het jaar 1200 van onze jaartelling, de tweede keer in circa 1700. En nu dan dus weer voor een derde keer. O, zo kan dat dus gaan…

Opgaan, blinken, verzinken

Je zou kunnen zeggen dat het de eerste keer ging om het opgaan. Het gebied in Schelle was in opbouw. De IJssel werd langzamerhand bedijkt, landbouw werd steeds beter mogelijk, er ontstond nieuw land. De tweede keer was het blinken. Inderdaad werd in 1740 het Grote Huis gebouwd, ik was de eerste vrouwe van het nieuwe landhuis. En dan nu, in dit huidige leven, de tijd van verzinken. Het landgoed is nog wel in onze familie, maar het Grote Huis niet meer. Een van de belangrijkste onderdelen is niet meer van ons.

Herhaling van patronen

Het gekke is dat ik ook in dit leven tot nu toe al twee keer op Schellerberg heb gewoond. Ik ben er in 1957 geboren (opgaan) en daarna verhuisd. Ben er in 1992 teruggekomen om het voormalige koetshuis te verbouwen tot vergaderaccommodatie en therapieruimte en was er ook mede-directeur (blinken). Ben vervolgens vertrokken en kom er sinds enige tijd opnieuw veel terug. Maar nu om de vrouwelijke, subtiele aspecten van natuur en landschap te ontdekken. Zo zie ik mijn eigen ‘verzinken’ . Meer in de zin van achterover zinken in de kussens. Ontvangen, ontvankelijk zijn. Niet meer op een mannelijke manier zaken te hoeven neerzetten. Ik hoef geen koetshuis meer te verbouwen, hoef geen directeur meer te zijn, laat staan een groot en statig huis te bouwen. Het mannelijke mag naar het vrouwelijke transformeren. Mijn vorige levens op Schellerberg hebben me duidelijk gemaakt waarom het me tot nu toe niet gelukt is om Zwolle te verlaten. Schellerberg is mijn passie en het is mijn levensdoel. Nog steeds!

De zon verzacht, de maan komt op

Meer info

Als je meer informatie wilt over mijn activiteiten dan kun je me via Contact een bericht sturen.